In het Diergaardepark, onderdeel van het noordwestelijk villagebied in Hilversum, werd in 1956-1958 een dubbele villa van het type twee-onder-een-kap gebouwd naar een ontwerp van de Hilversumse architect Marinus Breebaart (1913-1993). De dubbele villa op de hoek van de Gnoelaan en de ‘s-Gravelandseweg behoort tot de meest aansprekende ontwerpen van de architect. De buitenzijde van het pand deed niet vermoeden dat er twee woningen in waren ondergebracht, een eis die de schoonheidscommissie expliciet stelde om het aanzicht van het gebied als villapark niet te schaden.
Het Diergaardepark werd in de jaren 1904-1909 ontwikkeld door Frans Ernst Blaauw (1860-1935), eigenaar van de ’s-Gravelandse buitenplaats Gooilust. Blaauw had het terrein dat bestond uit bos- en bouwgronden en dat behoorde tot het landgoed Trompenburg, uit een veiling aangekocht.1 Het vijfhoekige perceel werd in het noorden begrensd door de ’s-Gravelandseweg, en in het westen en zuiden respectievelijk door de Weg van ‘s-Graveland naar Utrecht en de Trompenburgerlaan. Zijn intentie was het gebied te gelde te maken door het te ontwikkelen tot een villapark. Zo kon hij zijn kostbare hobby, het houden van exotische dieren, financieren.
De bekende landschapsarchitecten H. Copijn & Zoon uit Groenekan maakten een schetsontwerp voor de inrichting van het park naar de ideeën van Blaauw. Het park kreeg een cirkelvormig middenplantsoen van waaruit wegen als radialen het terrein doorkruisten. Een deel van het perceel zou onbebouwd blijven als open (sport)terrein.2 In 1967 werd dit terrein alsnog bebouwd met een schoolgebouw voor de Vereniging Het Christelijk Lyceum in ‘t Gooi, nu in gebruik door het Comenius College. Om het open terrein werden slingerende wandelpaden gepland.
Blaauw vernoemde de wegen naar zijn favoriete dieren, zoals de Blesboklaan, Bisonlaan, Gnoelaan en Struisvogellaan. De Joelaan vernoemde hij naar zijn lievelingspaard. De daadwerkelijke bebouwing liet meerdere jaren op zich wachten en week enigszins af van het eerste schetsplan van Copijn, maar de wegenstructuur is tot op heden vrijwel onveranderd gebleven.
Schetsplan van Copijn voor het Diergaardepark naar idee van Blaauw, 1904. [WUR Wageningen University & Research]
Het perceel ’s-Gravelandseweg 125-127 lag ten westen van de hoek Gnoelaan/’s-Gravelandseweg en was in handen van de familie Mees. Scheepsbouwmeester Joan Mees, eigenaar van de scheepswerf Bonn en Mees in Rotterdam, was de eerste koper van een stuk grond in het Diergaardepark.3 In 1905 liet hij een buitenhuis op het perceel aan de Gnoelaan 11 bouwen. Aan de overzijde van de Gnoelaan, de huidige ’s-Gravelandseweg 125-127, lag de zogenoemde overtuin van het huis. Mees breidde zijn grondbezit in het Diergaardepark geleidelijk aan uit met percelen langs de ’s-Gravelandseweg die grensden aan zijn perceel aan de Gnoelaan. De opstallen op deze percelen verhuurde hij.
Dochter Anna Hendrina (Ien) Mees was de laatste van de familie Mees die aan de Gnoelaan 11
woonde.4 Zij was kunstenaar en beeldhouwster en lange tijd bestuurslid van Dierenasiel Crailo. In 1952 liet zij op het terrein van de familie een geheel nieuwe villa bouwen (huidige ’s-Gravelandseweg 115), waar zij zelf haar intrek in nam. Ze verkocht de aangrenzende percelen en opstallen langs de ’s-Gravelandseweg die haar vader had aangekocht.5
In 1955 wilde Ien Mees ook de overtuin te gelde maken, door hier twee villa’s te bouwen. De accountant J. van Eijs trad op als haar gemachtigde. Mogelijk schakelde Van Eijs Breebaart in om de villa’s te ontwerpen. Als accountant van de Verenigde Gooische Melkbedrijven had Van Eijs al veel te maken gehad met Breebaart bij de door de architect ontworpen Melkfabriek aan de Larenseweg, die in deze tijd in aanbouw was.
Het eerste ontwerp van Breebaart behelsde twee villa’s op het terrein. Dit ontwerp werd op aangeven van de schoonheidscommissie door de gemeente afgewezen omdat het niet voldeed aan de bebouwingsvoorschriften.6 De onderlinge afstand tussen de twee villa’s, die deels gekoppeld waren, voldeed niet aan de vereiste minimale afstand van 32 meter. De schoonheidscommissie had bovendien aangegeven dat de twee woningontwerpen van Breebaart nog van zeer onvoldoende gave architectuur waren.7
De gemeente liet aan Mees, via Van Eijs, weten dat de schoonheidscommissie wel open stond voor een twee-onder-een-kap villaontwerp, mits van een zeer gave architectuur.8 Dit hield in dat zowel de bebouwing als de tuin niet de indruk mochten wekken gedeeld te zijn. Met andere woorden: het geheel moest er uit zien alsof er slechts één woning op het perceel stond.
Hierop ging Breebaart aan de slag om een nieuw ontwerp te maken. Waarschijnlijk kreeg hij hierbij hulp van ir. J. Bordewijk, want het stempel op de bouwtekening vermeldt de namen van beide mannen. Bordewijk was lange tijd Directeur Bouw- en Woningtoezicht in Hilversum en trad na zijn pensionering in juni 1955 op als architect bij bijzondere projecten. Op 9 juni 1956 diende Breebaart de bouwaanvraag in voor de bouw van een dubbele villa op het perceel ’s-Gravelandseweg 125-127.9 De aannemer die het werk zou uitvoeren en die ook als opdrachtgever werd genoemd, was J. Witkamp uit de Egelantierstraat. Vermoedelijk bouwde hij de villa’s voor eigen rekening. De bouwkosten werden geschat op fl. 48.000,- (fl. 24.000 per woning). Op 11 juli 1956 werd de bouwvergunning afgegeven.
De asymmetrische opzet van de voorgevel aan de ’s-Gravelandseweg kwam tegemoet aan de eis van de schoonheidscommissie. Hierdoor kon je de twee-onder-een-kap zonder problemen aanzien als een riante villa op een ruim perceel. Het pand telde twee verdiepingen met een lagere uitbouw aan de rechter zijgevel, die aan de buitenzijde leek op een berging of garage, maar in werkelijkheid de woonruimte voor het rechter huis bevatte. Beide woningen kregen een geheel verschillende indeling.
De entree in het midden van de voorgevel bestond uit een rechthoekige natuurstenen omlijsting met een natuurstenen middenstijl die de twee voordeuren scheidde. Van de vijf vierkante vensters op de eerste verdieping direct onder de dakrand behoren de linker twee tot huisnummer 125 en de rechter drie tot huisnummer 127. Het rechterpand kreeg een glazen trappenhuis over de gehele hoogte van de gevel, typerend voor de bouwperiode.
De linker woning (nummer 125) kreeg een bijzondere zeshoekige aanbouw aan de achterzijde, door de architect ook wel de ‘muziektent’ genoemd.10 Een rechthoekig dak steekt ver over de uitbouw heen en zorgt voor bijzondere hoeken en overkappingen. De uitbouw kreeg aan drie zijden vensters, gericht op het zuidoosten. De zijden gericht naar de woning op nummer 127 hebben blinde muren. De hoeken werden fraai afgewerkt met een overhoeks metselverband.
Al voor het pand in het populaire villapark werd opgeleverd, waren de woningen verkocht. De kopers betrokken de dubbele villa in 1958. De garages, ontworpen als een dubbele garage aan de achterzijde tegen de perceelgrens aan, moesten nog gebouwd worden. Op verzoek van de bewoner van nummer 127 werd de garage van deze woning echter naast het pand geplaatst, zodat men in de tuin geen last zou hebben van het in- en uitrijden van auto’s.
Uitgezonderd de recente dakkapellen aan de achterzijde bij beide woningen, is de dubbele villa aan de buitenzijde weinig veranderd sinds de oplevering in 1958. Kleine aanpassingen laten inmiddels wel zien dat er sprake is van twee woningen. Van de vijf vierkante vensters onder de dakrand in de voorgevel zijn er drie uitgerust met een rolluik en twee niet. Bovendien zijn de kozijnen en deuromlijstingen van de twee woningen in licht verschillende tinten geverfd.
Maar dat sprake was van een geslaagd ontwerp blijkt wel uit het feit dat de eerste bewoners op nummer 125 bijna vijftig jaar in de villa bleven wonen zonder wijzigingen in het ontwerp aan te brengen.11 Na het overlijden van de eerste bewoner van 127 bleef diens zoon nog tot in deze eeuw het pand bewonen. De eis die de schoonheidscommissie in 1955 stelde heeft architect Breebaart aangespoord tot een ‘gave architectuur’, waar ook in de eenentwintigste eeuw nog met plezier wordt gewoond.12
Joke Reichardt, mei 2021.
Met speciale dank aan de bewoners van ‘s-Gravelandseweg 125.
Geef een reactie