Van 1921 tot 1972 stond aan de Stationsstraat een door de Directeur Publieke Werken van de gemeente Hilversum W.M. Dudok (1884-1974) ontworpen kantoor voor de plaatselijke VVV. Dit Verkeershuisje, zoals het in de volksmond heette, was een echte blikvanger voor de vereniging, zo pal buiten het station, op de hoek van de Stationsstraat en het Stationsplein. Ruim vijftig jaar deed het gebouwtje dienst als inlichtingenbureau maar in 1972 sneuvelde het in de plannen voor de reconstructie van de centrumkern van Hilversum.
Het Verkeershuisje was laag gebouwtje, opgetrokken uit horizontale houten delen op een stenen plint. Opvallend was het hoge pannen dak. De ver overstekende dakrand en hoge schoorsteen met sierelement kenmerken het ontwerp als een ‘typische Dudok’. De ingang bevond zich schuin tegenover de stationsuitgang. Via een portaal kwam de bezoeker in een kleine bezoekersruimte waar men aan een balie bediend werd. Dit was niet meer dan een klein afgescheiden hoekje van het magazijn annex personeelsruimte. Een tweede ruimte was ingericht als bestuurskamer. Deze was voorzien van een betegelde open haard, eveneens door Dudok ontworpen. Aan de zuidkant diende een uitbouwtje als fietsenstalling en berging.
Het was aan het einde van het tweede decennium van de vorige eeuw droevig gesteld met het ‘vreemdelingenverkeer’ in Hilversum, volgens het ‘Voorlopige Comité tot oprichting eener afdeeling Hilversum der Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer’. Henri van Calker, secretaris van het comité en tevens hoofdredacteur van de Gooi- en Eemlander, constateerde in zijn krant dat de gemeente duidelijk in gebreke was gebleven. “Hebben wij het onzen gasten prettig en gemakkelijk gemaakt tijdens hunne omdolingen in onze gemeente […] Of hebben wij wellicht den golf van toeristen onverschillig laten aanspoelen, niet opgevangen in veilige bedding, zoodat hij afvloeide naar alle kanten heen?” Dat laatste was duidelijk het geval, aldus van Calker. Het pleidooi van de particuliere initiatiefnemers had succes. Via het werven van leden en donateurs kon op 11 februari 1921 de ‘Vereeniging voor Vreemdelingen Verkeer Hilversum’ worden opgericht. De vereniging wenste een eigen informatiebureau in Hilversum. Hierin kwam de gemeente de vereniging tegemoet. Zij besloot op eigen kosten over te gaan tot het stichten van een Verkeershuis en verhuurde dat vervolgens aan de vereniging.
Dudoks markante en kleurrijke gebouwtje was een echte blikvanger voor de vereniging. “Het staat daar, als een stukje modern Gooi, als een kleine illustratie van ónze streek in haar hoedanigheid van lust- en toeristenoord, verrezen in Gooiland’s hoofdplaats natuurlijk en, zeer terecht op de plaats, waar reizigers hun eerste schreden zetten op Hilversum’s grondgebied, gereed als het ware om hen met open armen te ontvangen”, aldus de Gooi- en Eemlander in september 1921.
In het Verkeershuis kon men terecht voor allerhande inlichtingen over hotels en pensions in de omgeving, tips voor dagjes uit, het kopen van kaartjes voor concerten en evenementen, spoortijden en zelfs voor informatie over vakantiebestemmingen in het buitenland. Het bleek een grote trekpleister voor de gemeente te zijn en het aantal bezoekers nam een grote vlucht. In de loop der jaren waren meerdere verbouwingen nodig om het publiek goed te kunnen blijven bedienen. Zo werd in 1940 de balieruimte aanzienlijk vergroot ten koste van het magazijn. In 1957 werd het verkeershuis aan de achterzijde uitgebreid met een aanbouw. Dit werd de nieuwe directieruimte. De voormalige bestuurskamer werd personeelsruimte.
Publieke Werken Hilversum, Bouwtekening uitbreiding Verkeershuis, 1957 [Streekarchief Gooi- en Vechtstreek]
In de plannen voor de herinrichting van het centrum en het stationsgebied die de gemeente na de Tweede Wereldoorlog maakte, paste Dudoks Verkeershuis niet meer. Vanwege de slechte staat waarin het gebouw verkeerde kon het niet in zijn geheel worden verplaatst. De VVV kreeg kantoor in een voormalig restaurant naast het stationsgebouw. De gemeente vroeg advies aan Dudoks vroegere compagnon R.M.H. Magnée wat er met het Verkeershuisje moest gebeuren. Was het gebouw voldoende waardevol om de materialen op te slaan zodat ooit tot herbouw zou kunnen worden overgegaan? Maar volgens Magnée zou dat de moeite niet lonen, aangezien ‘het gebouwtje niet is geconstrueerd om uit elkaar genomen te worden’. Begin 1972 ging Dudoks Verkeershuisje dan ook aan de sloophamer ten onder.
Afbeeldingen van het verkeershuisje en omringende stadsbeeld [Streekarchief Gooi- en Vechtstreek]
Geef een reactie